Spijt-op-Tantes
Tante Martha Barbé – Visser (1903 – 2001) zong het lied:
Halé, halo. Bij ons gaat alles zó:
Wij roeren een kind en
wij wiegen de pap.
Het water staat in brand,
de koning van Spanje
heb een hemd van Oranje
met een pimpelpaarse rand.
Huizen bouwen wij ondersteboven,
schoenen poetsen doen wij
met een natte koeienstaart,
peren groeien onder de grond,
visjes zwemmen op zolder.
De meisjes, ja, ze hebben een baard,
ze dragen een staart, en
de jongens dragen een strikje in d’r haren.
Het Karthuizersklooster. Noord-Jordaan
Een muziekblad uit het Karthuizersklooster dat Mieke Krijger in het Stadsarchief vond tijdens onderzoek ter voorbereiding van de themadag Van Klooster tot Herberg in 2003. Louis Grijp artistiek directeur van het muziekgezelschap Camerata Trajectina nam het lied, evenals Een meisje loos uit de Vinkenstraat op in een concertprogramma dat op die themadag ten gehore werd gebracht in de Noorderkerk. Bij die gelegenheid publiceerde Krijger de artikelen:
O kon de Karthuysers spreken: wat souwer een bommel uyt-breken. Uit de oudste geschiedenis van de Jordaan. Deel I.
De herbergen in de Karthuysers. Uit de vroegste geschiedenis van de Jordaan. Deel II.
Lees verder …
Hugenoten
Twee hangertjes die deel uitmaken van de collectie van het Jordaanmuseum werden mei 2011 geschonken. Beide werden gedragen door vrouwen, telgen van Hugenoten..
Hugenoten (protestanten) ontvluchtten Frankrijk al vóór 1600. In 1685, na de opheffing van het Edict van Nantes, ontstond een tweede grote vluchtelingenstroom. Veel Hugenoten vestigden zich in de Jordaan.
Tot de dag van vandaag dragen afstammelingen van Hugenoten deze kruisjes.
Centsprenten’ en ander drukwerk uit de Jordaan
Wil Pol schonk het Jordaanmuseum twee catalogi De Volks- en Kinderprent in Nederland, Antwerpen, 1962 en Centsprenten. Nederlandse Volks- en kinderprenten. Amsterdam, 1976.
In deze boeken worden drukkers genoemd die in de zeventiende- en achttiendeeeuw in de Jordaan waren gevestigd: Numan, Erven Rynders, Ratelband en Barent Koene. Zij drukten volksboeken, liedbladen voor straatzangers, centsprenten, et cetera. Centsprenten bestonden in den regel uit één vel papier met meerdere prenten, elk met een passend onderschrift. De prenten van het type de ‘verkeerde wereld’ hebben teksten als: de toren staat in de klok, de vissen nestelen in de bomen en de ezel drijft zijn meester.
Dit liedboek werd gedrukt bij Koene, een boekdrukker die was gevestigd in de Boomstraat.
Morfogenese Jordaan
Het Jordaanmuseum beschikt over een handgeschreven tekst die gaat over de Jordaan rond 1613, de tijd van de Derde Uitleg van Amsterdam. Deze Derde Uitleg omvatte de grachtengordel, de Jordaan, de westelijke Eilanden en de vestingswerken. De Jordaan werd aanvankelijk Het Nieuwe Werck genoemd, pas in de achttiende eeuw de Jordaan. In 2014 kreeg de Grachtengordel de UNESCO-status en werd in dat jaar het 400-jarig bestaan van de Grachtengordel herdacht en niet de andere drie megaprojecten die ook deel uitmaakten van de Derde Uitleg: de Jordaan, de Westelijke eilanden en de vestingwerken.
Historici die over de Derde Uitleg publiceerden, raadpleegden dit manuscript niet.
JACOB DE WIT (1695-1754)
Vermaarde WITJES zijn vernoemd naar schilder uit de Jordaan
Toen in 1995 de driehonderdste geboortedag van Jacob de Wit werd gevierd, schreef Bas Dudok van Heel een nieuwe biografie met als ondertitel: ‘Een schilder uit de Amsterdamse Jordaan’. Tot dan toe was de Jordanese achtergrond van de schilder onbekend. Hij is vermoedelijk geboren in de Tuinstraat en bracht zijn jeugd door in de Laurierstraat en aan de Lindengracht. Zijn vader was schoenmaker. trouwde met Annetje Slootmans en werd toen tapper.
Lees Verder
Het Palingoproer
In de tentoonstelling De Jordaancultuur in De Het Rietvinck, Vinkenstraat 185 is op een paneel over oproeren in de Jordaan veel te zien over het Palingoproer. Op de voorpagina van het tijdschrift Argus, humoristisch en satyriek weekblad (1886), werden de namen en adressen van 22 slachtoffers gepubliceerd.
De Gouden koets. Geschenk uit de Jordaan?
Het lokaal van de Oranjevriendenkring, ook wel Kroningsvereniging Willemsstraat genoemd, was in een loods op het binnenplaatsje waar de gang ‘t Klooster naar leidde. Die gang was tussen de nummers 90 en 110 in de Willemsstraat , na 1926 tussen de nrs 34 en 110 . Volgens de overlevering werd in dit lokaal het plan bedacht koningin Wilhelmina bij haar inhuldiging in 1898 een Gouden Koets te schenken. De familie Jongebloed en twee zonen van Leendert Mens – bijgenaamd De Bokkebek, de koning van de Willemsstraat – zouden een belangrijke rol hebben vervuld bij die besluitvorming. Op 15 september 1896 schreef Nicolaas Renz, secretaris van de Kroningsvereniging Willemsstraat, een brief aan de particulier secretaris van de koningin Regentes over het voornemen ‘een kostbaar galerijtuig als Volkshuldeblijk’ aan te bieden. Zie: Thijs van Leeuwen en Alberto Stofberg: De Gouden Koets. Van Amsterdams geschenk tot nationaal symbool. Uitgeverij Waanders, 2010
Genealogie Matthesius
Monique Koenderink schreef het in eigen beheer uitgebrachte boek Genealogie Matthesius (2007, 173 blz.) op basis van een onderzoek dat werd verricht door haar moeder, Jo Koenderink-Matthesius, en haar tante, Dora Waayman-Matthesius. Dit tweetal had de geschiedenis van hun familie getraceerd tot Johannes Matthesius, ‘Tafelgenoot’ van Maarten Luther en reformator. Hun directe voorouders kunnen worden gerekend tot de allerarmsten. Zij verhuisden van de ene gang naar de andere.
Volgens Jo Koenderink-Matthesius was de bruid, haar moeder, een voor die tijd moderne vrouw: ‘Ze droeg bruidskleding in plaats van (mantel)pakjes, wat gewoon was in die tijd. De japon was van achteren langer dan van voren, en liep achter in een punt uit. Ook haar sluier liep op een punt uit. Zij droeg wit satijnen schoenen en glanzende Vildecos kousen. De bruidegom was in een zwart, strak gesneden pak met hoge hoed en wit satijnen handschoenen. Het boeket zou ook wel eens modern geweest kunnen zijn.’ De stamboom van de familie Matthesius is te vinden op: Uw Passie Online
Dienstbode
Margartha van Os, (geb. 20 sept. 1876), gefotografeerd in de studio van H. van der Zijl, Nieuwendijk 60. Margartha van Os was dienstbode. Zij liet zich kort voor haar trouwen twee keer in dezelfde achtergrond fotograferen, de ene keer met jas en hoed, de andere keer zonder.
Goudsbloemdwarsstraat 17
Op dit adres woonde Geesje Marinus-Scheen (geb. 1874). Zij is hoogzwanger en staat in het midden, achter de tafel. Haar dochter Mientje (geb. 1911) zit rechts van haar op de stoep. Het meisje met de hand op de schouder van Geesje Marinus-Scheen is haar dochter Geesje (geb. 1903). Geesje Marinus-Scheen verhuurde een zolderkamer aan Is. Querido, de schrijver van het beroemde epos De Jordaan. Rechts van dit drietal staat Naatje Hendriksen.
Lieve ouders en zussen…
Deze Prentbriefkaart stuurde militair Koos kort vóór het uitbreken van Het Aardappeloproer (1917) naar zijn familie.
Eric Exel uit Leidschendam schonk deze kaart aan het Jordaanmuseum. Lees verder…
Bakelieten grammofoonplaten
Jaap Rijnsent schonk het Jordaanmuseum 18 bakelieten 78-toerenplaten. Deze grammofoonplaten zijn een belangrijke aanwinst, want er staan opnamen op van operazangers die begin vorige eeuw populair waren in de Jordaan: Luigi Infantini, Beniamino Gigli en Enrico Caruso. Jordaners hielden van opera, zelfs kinderen probeerden een centje te verdienen om naar de Stadsschouwburg te kunnen gaan.
Willem Munnik En Johannes Siliakus, alias Mie en Ko
Willem Munnik (1883-1942) vormde rond 1914 met Johan Siliakus het duo Mie en Ko. In latere jaren traden ze op als de Gebr. Chanson.
In de Jordaan was dit duo immens populair onder de namen van de toneelfiguren die ze vertolkten: Mie en Ko. Zij waren vaste bespelers van het Nassautheater, Lijnbaansgracht 31-32. Het duo trad ook in andere theaters op, onder meer in het Edisontheater, Elandsgracht 90-92.
Stichting Jordaanmuseum zoekt contact met telgen van Johan Siliakus en met verzamelaars die liedbladen, foto’s etc. van dit duo hebben.
Ome Ko,
portier Edisontheater
Ome Ko de Portier (J.J. van Wens 1873-1944) begon in het Edisontheater als explicateur en werd later portier en lokker. Op zijn revers staan de letters E en T van Edison Theater. Zijn vrouw Tante Jet was werkster en trad gelijk met hem in dienst (1912). Zij woonden in de Elandstraat 86, 2-hoog voor, en vierden op 30 september 1937 hun 25-jarig dienstverband. Het echtpaar was zo populair dat er een feestweek aan werd gewijd. De hele straat vierde mee. De filmoperateur, de caissière en de ouvreuse waren familie van het paar, dat in de Elandsstraat woonde. Van Ko van der Ziel mochten wij een scan maken van deze foto van zijn grootouders.
Winkelmans asbak
De asbak is gemaakt in: Ateliers voor Kunstnijverheid Winkelman, Westerstraat 99, Amsterdam. Algemene leiding: Ir. Hendrik Winkelman, geboren 11 oktober 1898 te Delft.
Makelaar in koffie Schildmeijer
Jacobus Cornelis Schildmeijer (1872-1931) kocht rond 1925 het pand Bloemgracht 82 en vestigde daar een koffie en theehandel. Achter het pand bouwde hij inpandig een koffiebranderij. Na zijn overlijden in 1931 zette zijn vrouw Johanna Schildmeijer -Van Lodensteijn (1887-1975) de zaak voort.
Wie herkent het monogram? Wij denken dat de initialen zijn: CPBH
Magazijn van lampen en Huishoudelijke Artikelen, Westerstraat 67
‘Voor het op steken en schoon houden van de lantaren van het Van Beeckhofje, staande in de Anjeliersstraat van de drie maanden, Februari, Maart, April’ ontving de heer Portielje op 1 mei 1923 f 7,50. Het Van Beeckhofje was gevestigd Anjeliersstraat 104-112 en gesticht door Pieter Pietersz. van Beeck bij testament van 1734. Zie H.W. Alings: Amsterdamse hofjes. Gemeentelijke Commissie Heemkennis, Amsterdam 1965
Aardappelwinkel
Een van de foto’s uit de serie buurtwinkels. Aardappelwinkel van Mijntje Visser – Van Weely. Eerste Goudsbloemdwarsstraat 16. Vóór 1922.
‘Grafkransen ook van levende bloemen’
Winkel in grafbenodigdheden
Van 1894 tot 1901 hadden Evert Veerkamp en zijn vrouw Johanna Hoekstra een winkel in grafbenodigdheden op het adres Rozengracht 75 (nu nummer 79). Het echtpaar staat met 3 van hun kinderen voor de winkel. Rechts een gang, daaraan was inpandig gevestigd Roos & Co.
Kleinzoon Nico Veerkamp: ‘Grootmoeder Johanna Hoekstra, geb. 11 jan 1861 in Workum, is naar Amsterdam gekomen als dienstmeisje. Zij was een voortvarende vrouw. Mijn vader liet doorschemeren dat zij weliswaar op de achtergrond was maar toch de grote stimulator was van het ondernemerschap van haar man, mijn grootvader.’
Het echtpaar Veerkamp verhuisde hun bedrijf in 1901 naar Bloemgracht 51. Van 1911 tot 1925 Bloemgracht 51, hoek 1e Bloemdwarsstraat
Garnalenpelsters
Tweede Goudsbloemdwarsstraat 3
Een van de foto’s uit de serie buurtwinkels. Naar verluidt zijn deze drie dames zussen. Zij zitten voor der winkel van Fleijsman, Tweede Goudsbloemdwarsstraat 3 garnalen te pellen.
Weet u hoe de dames heten, neem dan contact met ons op 020 624 46 95 of info@jordaanmuseum.nl
Jordaanwinkel: groentenstal Nieuwenhuijs
Een van de scans van foto’s uit de collectie van het Jordaanmuseum, winkel uit de buurt, ofwel buurtwinkel.
Het Jordaanoproer 1934
In 2016 schonk het Willem Dreeshuis – Marga Bögels het Jordaanmuseum afdrukken van alle foto’s uit deze speciale editie van Het leven, ingelijst en wel. De serie werd in 2016 tentoongesteld in het Jordaanmuseum, destijds gehuisvest in de Palmstraat 92A.
Prinses Juliana en Prins Bernard in de Willemstraat
Een paar dagen voor de inhuldiging van Prinses Juliana, 6 september 1948, bezocht zij met prins Bernhard de Willemsstraat.
In de achtergrond het met vlaggetjes versierde pand Willemsstraat 24, waarin destijds de GGD was gehuisvest. Juliana en Bernard kijken richting Heil des Volks.
Tien jaar eerder bezocht koningin Wilhelmina het Heil des Volks. Daarvan bestaan filmopnamen, die werden gebruikt in een documentaire voor het programma Van Zuks Dus, uitgezonden op 29 april jl. door RTV-NH. Bij de voorbereidingen bracht het Jordaanmuseum de filmploeg in contact met Mijntje Warnawa. Die regelde de opnamen in Wijkcentrum Straat & Dijk, waar juist een Koninginnedagfeestje aan de gang was.
In de documentaire halen ouderen herinneringen op aan dit koninklijke bezoek. Op het eind moedigt Mijntje Warnawa feestgangster Miep Vogel aan het lied te zingen dat ze ooit voor koningin Wilhelmina zong. De beginregel luidt Gaan wij vrolijk dansen. Het lied eindigt met de regel Wij dansen poot aan poot . . . Ja! Ja!
RTV-NH schonk het Jordaanmuseum een kopie van deze documentaire.
Het Jordaanfestival,
jaren zestig
Van links naar rechts: Tante Jans Rijnpolt, tante Coba Hieselaar, tante Greet Kerseboom en Kee Seur. Achterste rij, van links naar rechts: Kasper Warnawa, ome Rinus Hieselaar en de mosselen etende vrouw is onbekend. Deze vrouwen waren lid van De Vrouwenclub. Van die club waren vrouwen lid die met een kraam op de Lindengrachtmarkt stonden of op de Lindengracht en omgeving een zaak hadden. Mijntje Derlagen-Visser (1900-?) en nog een vrouw hadden de leiding. Mijntje Warnawa schonk de foto aan het Jordaanmuseum.
Vissen in de Jordaan
Het Dames Viscollege hield viswedstrijden in de Brouwersgracht tijdens het Jordaanfestival dat vanaf 1949 in de Noord-Jordaan jaarlijks in september plaatsvond. Deze viswedstrijden werden georganiseerd door De Vrouwenclub, die onvoorstelbaar veel activiteiten organiseerden tijdens het festival.
De Vrouwenclub bestond uit vrouwen die een kraam hadden op de Lindengrachtmarkt of een winkel in de nabijheid.
Vanaf de Lindengracht vertrok een stoet vrouwen, elk jaar weer anders verkleed, richting Brouwersgracht. Aan de overzijde bij de Brouwersgracht werden honderden houten vissen in het water gegooid.
Het Jordaanmuseum is op zoek naar z’n houten vis.