Het GangenProject
Populair zijn hofjes, maar ouder en talrijker zijn forten – sommige ontstonden zelfs vóór 1614.
Forten bestaan uit gangen, binnenplaatsjes en aangrenzende bebouwing achter de gevelwanden. Eind negentiende en begin twintigste eeuw vervielen de eeuwenoude forten tot “krotten en sloppen”. In oktober 1912 werden op de meeste woningen bordjes ‘onbewoonbaar verklaarde woning’ gespijkerd. Die woningen werden niet opgeknapt maar aan hun lot overgelaten. Vanaf die tijd leefden opeenvolgende generaties in ‘afgekeurde woningen’.
Tijdens de wandeling leert u gangen herkennen en wordt verteld over de leefomstandigheden in de forten.
Het GangenProject–Willemsstraat 22-110 : een Lieu de Memoire
Het Gangenproject – Willemsstraat 22-110 is uitgegroeid tot een Lieu de Memoire voor (oud) Jordanezen en geïnteresseerden in de cultuurgeschiedenis van de wijk. Ook stedenbouwkundigen komen kijken. Omwonenden die er dagelijks langslopen zeggen steeds weer nieuwe inzichten te ontdekken door de geboden informatie anders te combineren.
Het GangenProject is een plan dat Mieke Krijger in 2005 schreef als reactie op de afbraak van het ensemble Pottenbakkersgang in de Westerstraat. Het plan werd in 2015 gerealiseerd in de Willemsstraat tussen de nummers 22 en 110 – in samenwerking met stadsdeel Centrum.
Het project bestaat uit een reconstructie van de historische structuur van verkaveling op de stoep, hardstenen informatietegels bij elk van de zes gangen en een paneel van 287 x 150 cm met tekst, foto’s van gangen, gemaakt tussen 1897 en 1913, bewerkte kaarten en 3D objecten.
Dit informatiepaneel plaatst de historie van de gangen in context.
Het GangenProject : een parapluieproject
Het project bestaat inmiddels uit vijf deelprojecten.
Het Gangenproject – Willemsstraat 22-110 is een deelproject van een groter projectplan dat als doel heeft de aandacht te vestigen op de bijzondere stedenbouwkundige structuren van de Jordaan, die zo bepalend waren voor de leef- en woonomstandigheden in de wijk.
De Jordaan, 1968 van J.Z. Kannegieter
De verandering van het veenlandschap ten westen van de stad Amsterdam in de stadswijk de Jordaan ten tijde van de Derde Uitleg (ca 1613) is nog steeds niet afdoende verklaard.
In 2003 werd tijdens de voorbereiding van het evenement Van Klooster tot Herberg in het Stadsarchief het manuscript De Jordaan van J.Z. Kannegieter (1892-1979) herontdekt. Omdat Kannegieter aan de hand van een groot aantal archiefstukken de ontstaansgeschiedenis van de wijk schetst, maakte een werkgroep van het Jordaan Museum een transcriptie van zijn manuscript uit circa 1968.
Het Jordaan Museum is juridisch eigenaar van deze transcriptie.
Kannegieters studie is een belangrijke bron voor verder onderzoek. Een E-boek is gemaakt en dat kost € 17,50 en kunt u bestellen via ons e-mailadres.
Een derde deelproject, een vierde, een vijfde …
Het Gangennaambordenproject is een derde deelproject en werd in 2015 opgestart.
Een vierde project is het eind 2016 opgestarte project – fotoportretten van nakomelingen van bewoners van gangen.
Het plan Monument voor een dansenkater – al in 2002 aan de gemeente voorgelegd – kan als vijfde project worden aangemerkt.
Eeuwenlang stonden verreweg de meeste huizen in onze wijk aan gangen, die samen met binnenplaatsjes en aangrenzende panden forten werden genoemd. Generaties lang leefde zo’n 80 procent van de mensen in huizen achter de gevelwand. Eind negentiende, begin twintigste eeuw waren deze eeuwenoude forten vervallen tot krotten en sloppen.
“Huisjesmelkers” bouwden eind negentiende eeuw panden met vier etages, de zogeheten “revolutiebouw”, ook aan gangen. Des te hoger aan de gangen werd gebouwd, des te slechter kon ‘licht en lucht’ toetreden. Het gevolg was dat de woningen donker en vochtig werden. Overdag moest de petroleumlamp blijven branden. Veel panden bestonden uit rug-aan-rug woningen en die konden nauwelijks worden geventileerd omdat aan slechts een zijde een, of hooguit twee ramen waren. Bij die woonellende kwam in de negentiende eeuw een schrijnende armoede.
De Willemsstraat, centrum van een enclave
De Willemsstraat was het centrum van een enclave die onder Amsterdammers weinig aanzien had. De bewoners spraken een eigen taal, waarin veel jidische woorden waren opgenomen, het Franse Pads. Ondanks alle negatieve connotaties bleef deze ‘goegemeente’ spraakmakend. Generaties zangers vertolkten de gevoelens en gebeurtenissen in liederen. Het Jordaanmuseum verzamelde meer dan 25 liederen waarin de Willemsstraat een rol speelt. De begrafenis van Manke Nelis is het meest bekend.
De aanwezige cultuur inspireerde ook zangers van buiten de Jordaan zoals Eduard Kapper, Adrienne Solser en Louis Davids. Zij kwamen er ter lering, om de contrasten te ervaren in de levens die gedijden op de rand van de afgrond en om de lotgevallen van deze mensen te vertolken in liederen.
UNESCO werelderfgoed
Gangen en aangrenzende panden maken deel uit van het Rijksbeschermde Stadsgezicht, en hebben elders een UNESCO werelderfgoedstatus.
Volgens nationale en internationale maatstaven zouden ensembles van gangen en aangrenzende bebouwing – waarvan sommige al vóór 1572 ontstonden – aangemerkt moeten worden als erfgoed dat uniek is voor de wijk de Jordaan. De achter het Nassautheater gelegen Berengang – waaraan nog krotten staan (zie: onderaan deze pagina) – zou dus aangemerkt moeten worden als onvervreemdbaar erfgoed.
In Lübeck zijn ensembles vergelijkbaar met de Pottenbakkersgang en Berengang ‘unbestritten Teil des UNESCO Weltkulturerbes’ en vrij toegankelijk voor publiek. Zie: Fotoverslag: Budengänge in Lübeck 2017
Beleefde erfgoedwaarde
Hoewel de beleefde erfgoedwaarde immens is, is niet één slop met krotten toegankelijk in de Jordaan. Dit terwijl de “krotten en sloppen” in de Jordaan deel uitmaken van het collectieve geheugen van Nederland en velen daarom de Jordaan bezoeken.
De gemeente wil deze ensembles niet toegankelijk maken of een beschermde status geven. Hoewel is vastgelegd dat zij deel uitmaken van het Rijksbeschermd Stadsgezicht, en beschermd moeten worden omdat zij in de bufferzone van het UNESCO-gebied liggen – een aantal zelfs binnen het UNESCO-gebied. De materiële noch de immateriële erfgoedwaarden van forten worden meegewogen in de beoordeling van bouwplannen. De gemeente faciliteert nieuwbouwplannen waarvoor bijzondere stedenbouwkundige structuren inclusief bebouwing worden gesloopt. De gemeente Amsterdam tast daarmee het Rijksbeschermde erfgoed aan, een van de peilers onder de UNESCO-status. Dit terwijl zij verantwoording dient te nemen voor deze eeuwenoude stedenbouwkundige structuren die bijzonder zijn voor de Jordaan en die de wijk een uniek karakter geven.
Herziening beleid gemeente Amsterdam gewenst
De Pottenbakkersgang, Westerstraat 218- 230
Aan de Pottenbakkersgang, Westerstraat 218-228, stonden 17de eeuwse ambachtswoningen die eigendom waren van de gemeente en die deel uitmaakten van een verkavelingsstructuur die terug ging tot ver vóór 1614. Het ensemble stond op het ‘weer’ van het het in 1392 gestichte Karthuizersklooster.
Aan dit ensemble zou een Rijksmonumentenstatus zijn toegekend, ware het niet dat een Commissie van de Gemeente Amsterdam dwars ging liggen en de gemeenteraad vervolgens besloot vijf panden te slopen, de nummers 220-228.
‘Een vreemde ontwikkeling gelet op de nationale waardering voor de Pottenbakkersgang als aansprekend voorbeeld voor de stedelijke leefstructuur’, schreef Jet Blokhuis in haar masterscriptie Bloemen voor de ramen. Leefomstandigheden in de Jordaan als erfgoed (2011).
Zij concludeert: er is sprake van ‘enige bestuurlijke dwaling’.
Bestaand onderzoek wordt niet vertaald in beleid
Het bleef echter niet bij deze ene dwaling. Het ensemble werd op kosten van de gemeente afgebroken, 10 jaar opgeslagen en vervoerd naar het Open Luchtmuseum in Arnhem. Waarom de gemeente Amsterdam dit geld niet gebruikte om het ensemble, dat zij grotendeels zelf in bezit had, in situ op te knappen is nooit goed verantwoord. Arnhem kreeg op het geheel zo’n 7 miljoen subsidie, terwijl medewerkers van dat museum van mening waren dat dat ensemble in situ beter tot haar recht had gekomen.
Maar dat was nog niet alles. De gemeente had het besluit tot afbraak genomen, zonder het ensemble te onderzoeken. Pas nadat besloten was het af te breken – werden in totaal zo’n zeven onderzoeksrapporten in opdracht van de gemeente gemaakt. Uit het laatste rapport – juli 2012! – blijkt dat de ambachtswoningen aan de Pottenbakkersgang ouder zijn dan verondersteld. Houten balken dateren uit ca 1638. De gemeentelijke archeologische dienst had in 2007 al vastgesteld dat onder de panden een fundering aanwezig was van vóór 1614, dus pré-Jordaan. De bevindingen van deze onderzoeken en andere – bewijzen dat in de bestaande bebouwing pandjes, muren, kelders, funderingen etc. zijn geïncorporeerd, vaak van vóór 1614.
De resultaten van deze onderzoeken zijn niet vertaald in planregels van opeenvolgende Bestemmingplannen.
De gemeente heeft geen nieuw onderzoek verricht om de gangen in de Jordaan goed in kaart te brengen. De gemeente Groningen had in haar Cultuurhistorische verkenning, een bijlage van het Bestemmingsplan Binnenstad (2014), de gangen in haar stad nauwgezet en aanschouwelijk in kaart gebracht. Utrecht wil zelfs de stegen in de centrale Binnenstad gaan herontwikkelen om verblijfruimtes voor bewoners te creëren zodat de binnenstad ook voor gezinnen met kinderen aantrekkelijk wordt.
Herziening beleid noodzakelijk
De in de Jordaan aanwezige gangen en de daaraan grenzende bebouwing moeten worden onderzocht. Zolang een lijst met gangen niet wordt onderbouwd door nieuw onderzoek en bestaand onderzoek in binnen- en buitenland niet wordt vertaald in beleid, zal de gemeente bij de beoordeling van bouwplannen historische structuren van verkaveling en bebouwing opofferen.
Bij de Pottenbakkersgang werd pas na sloop onderzoek gedaan, i.p.v. ten behoeve van een goede besluitvorming. In 2018 werd wederom een bouwvergunning afgegeven zonder voorafgaand onderzoek dat aan de (wetenschappelijke) eisen voldeed. Op basis van één recente kaart en gegevens uit het kadaster werd verklaard: de gang is ‘opgegaan in het niets’.
De gemeente Amsterdam blijft een historische fout – begaan met de afbraak Pottenbakkersgang – herhalen.
Pottenbakkersgang, Westerstraat 218-228
Linksonder, hoe zielloos de gang nu is. Rechtsonder hoe hij er uit zag.
Dat het anders kan blijkt uit de Dubbele gang, Bloemgracht 145-169, ook Weversgang en Bakkersgang genoemd.
Berengang, Willemsstraat 173 – 186
Aan de Berengang staan twee pandjes met ieder twee krotwoningen (elk ca 22 m2) die tot eind 1934 waren bewoond. Deze woningen zijn klein, karig en schraal. Hoe oud ze zijn, is niet onderzocht.
Aan de beleving in dit “slop met krotwoningen” kan een extra betekenislaag worden toegevoegd met het geluids-, film- en fotomateriaal, waarover SJM kan beschikken. Zo kan armoede, verpaupering en ellende van weleer in situ invoelbaar worden gemaakt.
Deze krotwoningen staan in de nabijheid van Het Gangenproject.
Worden de krotwoningen toegankelijk gemaakt voor het publiek dan maken zij in combinatie met Het Gangenproject indringend duidelijk hoe de meerderheid van de bewoners van de Jordaan achter de gevelwanden leefde.
Lees verder: FIJTJE POST in de BERENGANG van Astrid Bührs-Overdijk.
Tijdens de GangenWandelingen worden Het GangenProject in de Willemsstraat en het GangenNaambordenProject bezocht.
U kunt het onderzoek naar de naamsafleiding van gangen en hun bewoningsgeschiedenissen steunen met een donatie.
In samenwerking met omwonenden is begin 2023 een informatie bordje geplaatst bij de Jordaens Gangh, Lindengracht 82-84, met daarop een QR-code die toegang geeft tot achtergrondinformatie.