Henny Marinus: nationaal kampioen wielrenner

Ik weet meer over de foto in de vorige buurtkrant

Op 4 april jl. fietste Henny Marinus een rondje Jordaan. Meestal gaat hij dan een bakkie koffie halen bij oud-collega wielrenner Lagterop in café De Jordaan aan de Elandsgracht. Deze keer had hij nóg een plan. Hij belde aan op mijn huisadres: ‘Ik kan je vertellen over de foto die in de laatste wijkkrant stond. De foto is gemaakt vóór Eerste Goudsbloemdwarsstraat 17 huis. Daar woonde mijn opoe Geesje Marinus-Scheen (geb. 1874). Haar dochter Mientje (geb. 1911) zit op de stoep. Het meisje met de hand op de schouder van opoe is haar dochter Geesje (geb. 1903). Opoe verhuurde een zolderkamer aan Is. Querido, de schrijver van het beroemde epos De Jordaan.’

Collectie Jordaanmuseum
Eerste Goudsbloemdwartsstraat

‘De familie Marinus zat ‘in visch’. Opa Simon, de man van opoe Geesje, roeide zijn boot door de grachten naar de vismarkt op de De Ruijterkade. Daar verkochten de Volendammers, Urkers en Markers skol, skelvis, wijting en makreel. Van hen kocht opa vis en met een volle boot roeide hij weer terug naar de Jordaan. Terwijl opoe voor de deur de garnalen pelde en verkocht, ventte hij op een handkar de vis rond. Opa Simon zal geroepen hebben: Ik ben Simon de Pop en gooi er een visje bovenop.

‘Opa lustte wel een neut. Als hij wat kleingeld op zak had, rinkelde hij ermee en zei: ‘Ik heb drie pop in m’n zak.’ Een pop is een gulden en dat was in die tijd erg veel geld. De mensen zeiden daarom: ‘Daar komt Simon de Pop weer aan.’ En zo is het gekomen dat opa Simon als Simon de Pop door het leven ging.
‘Vroeger poften de mensen. Bij opoe en opa kochten ze de vis ook wel eens op de lat. Maar er was een vrouw die niet wilde betalen. Elke keer als opa bij d’r langs ging, zei ze: ‘Mag ik volgende week betalen?’ Op ‘n keer heeft hij zijn handkar volgeladen met graten, koppen en grom en is naar haar huis gereden. Weer vroeg ze of ze de volgende keer mocht betalen. Toen heeft opa Simon de handkar leeggegooid in de kelder waarin ze woonde. Die vrouw moet wekenlang vissoep hebben gegeten.’

Mina de Mop

‘Opa Simon was de zoon van Mina Marinus-Weijher, beter bekend onder de naam Mina de Mop. Zij was mijn overgrootmoeder en had in de Willemsstraat een palingstalletje. Zij was vroom en had een eigen stoel in de Tichelkerk. Ze kwam veel in Heil des Volks. Ik heb haar niet meer meegemaakt, maar ik heb wel een beeld van haar voor ogen. Daarin beeft ze met haar kaken. Ze moet dus een ziekte hebben gehad, dat ze haar mond niet meer stil kon houden.’

Ik vertelde Henny dat ik al verhalen over Mina de Mop hoorde, toen ik rond 1983 interviews maakte met Jordaners. Als ik er later naar ga zoeken, vind ik het betreffende interview meteen. Ik lees de woorden van de heer Lammers : ‘Het was in de mobilisatie, we zaten aan het einde van de oorlog van ’14-’18. Alles was op de bon. Mina de Mop en Marie Kliek (bijnaam voor Marie de Ruiter) waren vriendinnen. Ze waren brutaal: wat een ander niet durfde, durfden hun. Ze dejen van alles en nog wat, ze hadden maling aan de politie. Datte ze desnoods met de politie vochten. Zulke vechtersbazen waren het nou ook weer niet direct, maar ze moesten niet aan onze eer komen, of aan ons brood. In tijd van nood schil je aardappelen met de bijl, is het spreekwoord. Ons was ter ore gekomen dat er op de Prinsengracht goeie aardappelen werden gelost. En wij daarop af. Wij hebben die aardappelwerkers op die schuit zo weten te bewerken dat ze weggelopen benne, zogenaamd datte ze bang waren. Maar het was niet zo, want die hielpen ons. Zodoende hebben wij de schuiten maar effe gelost voor hun. Toen hádden wij aardappelen én goeie aardappelen! Mina de Mop en Marie Kliek waren de hoofdparticipanten.’

Naatje Hendriks

Terwijl ik het interview van Lammers lees, belt Annie Bakker: ‘Mijn opoe Naatje Hendriksen-Cornelissen staat op de foto. Zij woonde haar leven lang op 1-hoog in het pand op de hoek van de Eerste Goudsbloemdwarsstraat en de Lindengracht.’ Annie Bakker en Henny Marinus kennen elkaar, evenals hun voorouders wonen zij in de Noord-Jordaan. Annie Bakker belooft familieleden te vragen naar foto’s van opoe Naatje – de pronte vrouw rechts naast de opoe van Henny Marinus.

Tijdens een tweede ontmoeting toont Henny kopieën van de gezinskaarten van zijn opoe Geesje en Mina de Mop, die hij in het Stadsarchief vond. Op die kaarten staan de namen van alle gezinsleden, inclusief hun geboortedata. Met deze gegevens kunnen we de foto dateren. Omdat opoe Geesje hoogzwanger is en de foto niet in de winter gemaakt kan zijn – de vrouwen dragen geen omslagdoek, zal ze zwanger zijn van Jan, een oudere broer van Henny’s vader. Jan werd geboren op 25 mei 1915. De foto moet dus van begin mei 1915 zijn.

Henny Marinus, Landelijk kampioen op een Rih-fiets

Collectie Jordaanmuseum
Henny Marinus, kampioen

Henny Marinus (1938) werd twee keer landelijk kampioen, op een fiets van Rih. Precies 50 jaar geleden, 50 km op de baan voor amateurs. Rechts naast hem Bremer, zijn masseur, en links zijn vader Manus Marinus.
Henny Marinus: ‘In 1964 werd ik landelijk kampioen voor professionals (stayers achter de motor), ook op een Rih-fiets. Het merk is ontwikkeld door de gebroeders Joop en Willem Bustraan. Rih-fietsen worden nog steeds in de Jordaan gemaakt en verkocht in de winkel aan de Westerstraat 150. Velen werden kampioen op een Rih: Frans Mahn, Gerrit Schulte, Jan Derksen, Arie van Vliet, Joop Capteijn en Henk van Faanhof. Leontien van Moorsel behaalde haar eerste wereldtitel op een Rih.’
www.rihsportamsterdam.nl

© Mieke krijger/ Stichting Jordaanmuseum
Dit artikel is gepubliceerd in: Wijkkrant Jordaan & Gouden Reael, 2009, nr. 3.