Tijdelijke tentoonstellingen
Op verschillende locaties in de Jordaan worden tijdelijk tentoonstellingen gehuisvest.
Werksters en dienstbodes
Brieven uit de periode 1899 – 1907
Nieuwe aanwinst Jordaanmuseum
De brieven geven een opmerkelijk intiem inzicht in de wensen en verlangens van dienstmeisjes.
De brieven zijn van drie zusjes Versteeg die aan de Korte Prinsengracht woonden en een nichtje in Scheveningen.
Een brief gaat over een huwelijksaanzoek gericht aan de vader. Twee brieven zijn van mevrouwen die klagen over twee zusjes, terwijl de vier meisjes zelf fantaseren over een ander leven.
De brieven schonk Henny Versteeg-Schorn.
Op een paneel in de Rietvinck – vanaf maart 2023 alleen op afspraak toegankelijk – zijn foto’s van dienstmeisjes en werksters, en bijbehorende verhalen te zien, veelal beschikbaar gesteld door hun nakomelingen. Zoals Suzanna Jansen, schrijfster van Het Pauperparadijs, een familiegeschiedenis.
De tentoonstelling over dienstmeisje en werksters maakt zichtbaar dat de Grachtengordel, waaraan in 2014 de UNESCO-status is toegekend, veel te danken heeft aan de werksters en dienstmeisjes uit de Jordaan.
Helene Mercier (1839-1910) schreef: Een schril contract met de huizen der gefortuneerden die dienstmeisjes ‘tot in de kleinste bijzonderheden weten te beschrijven’, zijn de woningen waarin deze meisjes zelf opgroeiden.
George Hendrik Breitner maakte foto’s van dienstmeisjes met tule mutsjes toen hij tussen 1893 tot 1899 een atelier had op het adres Lauriergracht 8.
Links: Filmfragment
Riek Volkers van der Hoek (1897-1993), vertelt rond 1985 over ‘het wapen van onderdanigheid’, zoals de tule mutsjes (foto Breitner) werden genoemd. Deze kanten mutsjes moesten dienstmeisjes zelf kopen, reinigen en laten krullen.
Regie: Mieke Krijger
Rechtsboven hoofdbedekking van een Duits dienstmeisje. Na de Eerste Wereldoorlog kwamen veel meisjes uit Duitsland en uit het toen uiteengevallen Habsburgse rijk in Amsterdam werken.
Archief: overzicht eerdere exposities
2016: Tentoonstelling fotoportretten Hans Gilberg
In de jaren dertig maakte Hans Gilberg met zijn Leica-kleinbeeldcamera in Nederland fotoseries voor in totaal vijf boeken.
De fotograaf Hans Gilberg werd geboren in Braunschweig (Duitsland). In 1929 kwam hij naar Nederland en vestigde zich als fotograaf in Zeist, waar hij trouwde met dichteres Helena Wolthers (1909-1998). Samen met zijn vrouw opende hij Atelier Gilberg. Helena Wolters hielp hem bij het ontwikkelen van de negatieven en de afdrukken.
De op de tentoonstelling getoonde 32 portretfoto’s werden gepubliceerd in het boek Volk bij den weg (1937), zonder vermelding van de locaties en zonder de namen van de geportretteerden.
Volk bij den weg wilde in woord en beeld een breder publiek nader kennis laten maken met mensen die in ‘stad en land’ op straat werkten of zwierven. Zo hoopten men vooroordelen weg te nemen en sociaal-culturele afstanden te overbruggen, ‘omdat deze wereld van het “volk bij den weg” een integreerend bestanddeel uitmaakt van onze menschelijke levenswerkelijkheid’, schreef Roel Houwink in zijn inleiding.
Kenmerkend voor Gilbergs foto’s is dat hij in veel opnamen de persoon centraal stelt en niet de ‘categorie’ waar hij of zij toe behoort. Daardoor wist bijvoorbeeld niemand dat er in deze serie Jordanesen voorkomen. Totdat Stijntje Exman-Assen vertelde dat één van de geportretteerden haar in 1851 geboren overgrootmoeder is. Zij noemde ook de namen van andere buurtgenoten uit die tijd: Vrolijk, Tossijn, Lammers…
- Verdwijnend volk, Amsterdam, U.M. Holland (1935) 30 foto’s
- Groot-Nederlands Boerenboek, Nijkerk, G.F. Callenbach (1936) 52 foto’s
- Verhalen uit het Land van Bartje, Nijkerk, G.F. Callenbach (1936) 10 foto’s
- Volk bij den weg, Nijkerk, G.F. Callenbach (1937) 32 foto’s
- Moeder en kind, Nijkerk, G.F. Callenbach (1938) 12 foto’s
De boeken kwamen tot stand onder redactie Roel Houwink, Anne de Vries, P.J. Meertens, en P.H. Ritter jr. en in samenwerking met schrijvers als M.J. Brusse, Antoon Coolen, A. den doolaard en Hendrika Kuyper-Van Oordt.
2016: tentoonstelling foto’s en teksten gemaakt door kinderen van de Theo Thijssenschool
2015-2016: Etalage Buurtzorg, Willemsstraat 23
Schuin tegenover Het Gangenproject in de Willemsstraat is op nummer 23 Buurtzorg gehuisvest. Die locatie is historisch want hier woonde van 1825 tot zijn dood in 1869 Jacobus Mens. Deze vurige Oranjeklant was in 1857 medeondertekenaar van het verzoekschrift de Goudsbloemgracht om te dopen in ‘Willemstraat’. Jacobus Mens was huisjesmelker en hij werd bekend onder de bijnaam Bokkebek.
In de etalage van Buurtzorg hangt een deur van een servieskast die gevonden is op de zolder van dit pand. Zo’n kast is ook te zien op de getoonde foto van een woonkamer, gemaakt rond 1921. Onder die servieskasten waren turfkasten waarin gedroogd veen werd bewaard om het fornuis te stoken. Gekookt werd op een petroleumstel en het licht kwam van een olielamp.
De etalage is ‘s avonds verlicht. Dan trekt een fotoboek, dat rond 1898 werd samengesteld, de aandacht. Het boek is opengeslagen op de pagina’s waarop foto’s te zien zijn van forten in de Willemsstraat en de Lindengracht. Deze forten waren vervallen tot krotten en sloppen en werden rond 1898 onderzocht door de Gezondheidsdienst van de Gemeente. Eind 1912 liet de gemeente veel woningen afgekeuren en bordjes onbewoonbaar verklaarde woning op de gevels spijkeren. Die borden geplaatst in 1912 hingen in de jaren zeventig nog steeds op menig huis in de Jordaan.
2014: Rijwielhandel Presto in verzet
De eerste herdenkingsbijeenkomst van de verzetsactiviteiten die vanuit rijwielhandel Presto Cycle Sport, Haarlemmerstraat 76, werden gecoördineerd vond plaats ter gelegenheid van Open Huizen van Verzet, tijdens de herdenking 4 mei 2013. In 2014 werd ook een tentoonstelling ingericht.
Enkele weken voor dat de herdenking plaatsvond werd een tas vol documenten en fotoalbums van Evert Stroober (1919-1999) geschonken. Een selectie uit deze documenten en foto’s werden in de winkel van Presto tentoongesteld. Deze geven inzicht in gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog op en rond de Haarlemmerstraat.
Evert Stroober en zijn vader waren actief in de Luchtbescherming – zij gebruikten deze organisatie als dekmantel voor verzetsactiviteiten. De werkplaats van de fietsenwinkel Presto, indertijd gevestigd in een gang, rechts van hun winkel Haarlemmerstraat 51, werd een ontmoetingsplek voor het verzet.
Vader en zoon Stroober waren betrokken bij het geven van onderdak aan vluchtelingen uit Duitsland en onderduikers, de organisatie van de Februaristaking, bevrijdingsacties van gevangenen, weghalen van dynamiet onder het Centraal Station, het organiseren van voedsel voor onderduikers en buurtbewoners.
2010: Fototentoonstelling Lenie Kneppers
Advocatenkantoor Croon & Davidovich
Herengracht 420
Fotograaf Lenie Kneppers slaagde erin om via ongedwongen portretten de ‘echte’ en de ‘nieuwe’ Jordaners vast te leggen in de intimiteit van hun eigen woning. De foto’s geven een zeldzaam kijkje binnenskamers, want ‘bij de Jordaner kom je niet zo maar over de vloer’. Naast de diverse woonkamers completeren de kleine winkels en ambachtelijke bedrijfjes het zo typerende beeld van de Jordaan.
Tentoonstelling en presentatie Jordaanoproer
2009: Tentoonstelling en manifestatie Edisontheater
De plannen om het theater te slopen was de aanleiding voor het Jordaanmuseum in samenwerking met Architectenbureau Sarlemijn, het ROC, het lokale bedrijfsleven en omwonenden een tentoonstelling en een manifestatie te organiseren. Voor de tentoonstelling stelde Sarlemijn zijn studio in de Lijnbaansstraat beschikbaar.
Christoffel Sarlemijn onderzocht de bouwhistorie van het pand dat in 1914 was gebouwd en zo’n 500 zitplaatsen telde. Zijn zoon Geert Jan maakte een maquette van het theater. Het Jordaanmuseum was verantwoordelijk voor de presentatie van documenten over de revue’s en films die er waren te zien en de kunstenaars die er optraden. Mieke Krijger spoorde de kleinkinderen op van de familie Wens die generaties lang bij het theater werkten als portier, lokker, schoonmakers. Deze familie exploiteerde ook de kantine, gevestigd in een Amsterdamse School pand naast het theater in de Lijnbaansstraat.
Tijdens Open Ateliers Jordaan stelde Ons Genoegen, Elandstraat, een zaal beschikbaar waar het Jordaanmuseum historische fotoportretten die deel uitmaken van haar collectie exposeerden. Getoond werden ook geschilderde en getekende portretten van Anke Louwers en Jaap Capteyn. Peter Pols richtte vitrines in met jordanalia/ parafernalia van onder meer Johnny Jordaan, Koos Alberts, Manke Nelis, André Hazes, Willy Alberti, Tante Leen, Johnny Jordaan. ‘Allen wereldberoemd tot op de dag van vandaag’, schreef hij ‘en een feest van erkenning’.
1983: Femina Muller Kleine – Kinderen Bewaarplaats
‘t Zeven-Centen-Schooltje
De allereerste Kinderenbewaarplaats in Amsterdam was gevestigd in de Vinkenstraat. Het pand heeft jarenlang vol gestaan met machines waarmee naalden voor pick-ups werden gemaakt voor Philips. Toen andere geluidsdragers populair werden, raakten de machines werkloos.
Het buurtcomité Vinkenstraat kreeg het voor elkaar dat de Gemeente het pand ontruimde en het een buurtbestemming gaf: er werd een woongroep in gevestigd en op de begane grond op het adres Vinkenstraat 39 kwam een buurthuis. Dit buurthuis werd ingewijd met een feest en een tentoonstelling finf over het leven in de Vinkenstraat, de biografie van een straat.