Veel communistische verzetsmensen werden na de Februaristaking opgepakt en naar concentratiekampen gestuurd. Jan de Vries overleefde Dachau.
Verhalen die tijdens de wandeling zijn verteld, gaan over:
Sinti’s die ondergedoken de oorlog overleefden; Duifje Bruising-Van Os van wie het merendeel van haar familie is vermoord; de Winkel van Sinkel van Lazarus Cohen; een onderduikkamer in een kolenzaak; over NSB-ers in de wijk; over communistische verzetsmensen; over joodse slagers; over een joodse journalist, over de dichter Lucebert die in zijn jonge jaren met de nazi’s zou hebben gesympathiseerd.
Onderduik
In samenwerking met journalist Max Arian en zijn nicht Marjon de Klijn organiseerde het Jordaan Museum in 2013 in café De Eland een herdenkingsbijeenkomst met aansluitend een wandeling. Marjon Klijn is de dochter van Saartje Witteboon (links op de foto) en Max Arian de zoon van Rebecca Witteboon (rechts).
In het kosjere schafthuis De Eerste Aanleg kwamen veel grossiers en venters. Het stond op naam van Rebekka (Bekka) Oppenheijm-de Vries maar was van haar dochter, Mietje Witteboon-Oppenheijm, de grootmoeder van Max en van Marjon.
Bekka woonde achter de winkel en haar dochter met haar man en hun twee kinderen Saartje en Rebecca Witteboon op 1-h.
De werkdag van Mietje Witteboon-Oppenheijm begon circa 4.00 uur in de ochtend. Ook de groente- en fruitmarkt aan de Marnixstraat ontwaakte op dat uur.
In de dubbele etalage lag aan de ene kant de vis, kuit en bokking en aan de andere het kosjere brood, galles en kadetjes, uit de bakkerij in de Rozenstraat van Simon Schellevis, getrouwd met een zus van Mietje. Vooral op de vrijdagen kwamen de christenklanten vis halen.
Max: ‘In 1929 moesten ze verhuizen omdat het hele rijtje huizen werd afgebroken om plaats te maken voor de nieuwbouw, die er nog altijd staat.
‘Ik laat jullie niet weghalen’
Max vertelde dat Hein Papavoine, die een groentewinkel had op de hoek Elandsstraat 121/ Hazenstraat, meteen na de eerste razzia met zijn handkar naar de familie Oppenheim in Weesperstraat ging. Hein zei: ‘Ik laat jullie niet weghalen.’ Papavoine heeft de familie ondergebracht op Elandsstraat 100, bg en 100, 2h.
Max Arian: ‘Hein Papavoine heeft ons gered, en dat deed hij samen met caféhouder Leurink, destijds exploitant van wat nu café Saarein is.
Max Arian en zijn moeder konden – gescheiden van elkaar – onderduiken in Limburg. Lees hierover het verhaal van Max.
Verraad
Bloemgracht 82
Een verslag op de website In mijn buurt. Leren door ontmoeting.
Verraden en op 25 april 1945 vermoord op het adres Bloemgracht 82, 3h zijn:
Verzet
44 gevallen kameraden
Tijdens bijeenkomsten werd indringend duidelijk dat nabestaanden van verzetsmensen worstelen met de vraag of hun dierbaren, veelal communisten, zijn opgepakt en op transport gesteld als represaille voor het uitroepen van de Februaristaking op de Noordermarkt.
Aanknopingspunten voor onderzoek biedt de lijst Jan de Vries (1902–1984). Zelf overleefde De Vries verschillende concentratiekampen. Na thuiskomst herdacht hij vierenveertig ‘gevallen kameraden’ met het opstellen van een lijst met hun namen en adressen – vrijwel alle in de Jordaan.
Van velen schreef De Vries gegevens op formulieren ten behoeve van een gedenkboek dat de CPN (=Communistische Partij Nederland) wilde uitgeven. Deze partij benaderde haar leden actief en deelde al de verzamelde gegevens met het Rijksbureau voor Oorlogsdocumentatie. Het NIOD (= Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies) heeft tot de dag van vandaag de taak de Erelijst van Gevallenen 1940-1945 op betrouwbaarheid te controleren en zo nodig aan te passen.
Gedenkboek
Het Gedenkboek heeft de CPN nooit gepubliceerd. Wel zijn de gegevens en bijbehorende documenten bewaard gebleven en ondergebracht in het IISG (= Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis). Het IISG heeft dit archief geordend en aangevuld, vervolgens online gezet – met de vermelding dat de lijst niet compleet is.
Op deze IISG-lijst staan 1100 personen waarvan er 383 in Amsterdam woonden. Dat is 38,26 %. De gegevens over de vermoorde communistische verzetsmensen uit Amsterdam vindt u op de website van het IISG Archiefnummer ARCH00347 en inv. nrs. 135-200 Hoeveel van hen in de Jordaan woonden, weten wij (nog) niet. Ook niet hoeveel verzetsmensen in de wijk geen lid waren van de CPN. De vierenveertig ‘gevallen kameraden’ die op de lijst van Jan de Vries staan, woonden vrijwel allen in de Noord-Jordaan. Portretten van hen vonden wij op de website van het IISG of kregen wij van nabestaanden.